Vooroordeel

'Je hebt het zelf zover laten komen.'

Het behouden van een dak boven je hoofd is volledig je eigen verantwoordelijkheid en dus ook je eigen schuld als dit niet lukt.
Het dak boven je hoofd kwijtraken is een combinatie van domme pech en foute keuzes.
Je kunt echt last hebben van het systeem en er dus zelf niets aan doen dat je het dak boven je hoofd kwijtraakt.

Wat vind jij?

Hoe werden Marcel, Richard en Natalie acuut woningzoekend?

MARCEL

Ik ben tweeënhalf jaar geleden van het kastje naar de muur gestuurd. Uiteindelijk werd ik doorverwezen naar het Leger des Heils in Rotterdam. Ik kreeg daar op hoge uitzondering een postadres. Ik kreeg een traject waarin je begeleid wordt en waar je vanuit doorstroomt. Hetzij naar een noodoplossing of een permanente woonruimte wat dan ook. Als ik dat postadres niet had gekregen, was ik van de radar verdwenen. Daar bedoel ik mee, dat maak ik nu ook mee in mijn werk, dat als je geen postadres hebt je voor de overheid niet bereikbaar bent. Die schrijft je uit. Je kan geen woning aanvragen, je kan geen uitkering aanvragen, je kan geen zorgverzekering afsluiten, je kan geen gebruik maken van medische zorg. Een stukje zekerheid zou mij zeker helpen. Dat ik een woning toegewezen krijg. In de schuldsanering moet je je maandlasten zo laag mogelijk houden. Ik mag geloof ik rond de € 750 verhuren. Waar vind je nog een woning voor dat geld?

Richard

Ik heb al meerdere malen de dreiging gehad om acuut op straat te komen. De eerste keer was op mijn zeventiende. Ik ben geboren met wat ze vroeger een psychische handicap noemden. Nu heet het ADHD. Ik was moeilijk, druk en onhandelbaar. Mijn moeder had ook psychische problemen en zat veel in instellingen. Ik groeide op op straat, in kindertehuizen en pleeggezinnen. Op mijn zeventiende woonde ik weer thuis, maar werd mishandeld door mijn vader. Dit leidde uiteindelijk tot op straat getrapt worden. Dat was de eerste keer in mijn leven.

Ik heb een half jaar in de Merwelanden geleefd bij het spaarbekken. Ik had daar als kind een hut gemaakt. Mijn eerste gedachte was: ‘ik moet een slaapplek vinden.’ Dus ik ben gaan kijken wat er van de hut over was. Ik wist dat hier niet veel mensen kwamen en ik mij hier dus veilig terug kon trekken. Ik wist namelijk zeker dat de politie me zou gaan zoeken, omdat mijn ouders uit de ouderlijke macht waren gezet en ik dus onder de kinderrechter viel. Ik wilde niet gevonden worden, want ik wilde niet naar een pleeggezin of kindertehuis. Dat is de logica van een kind. Op een gegeven moment kwam ik een kennis van mijn ouders tegen en die bood mij een kamer aan. Zo kwam ik weer in het gareel ondanks dat ik op het verkeerde adres terecht was gekomen. De man heeft mij meerdere malen verkracht. Ik ging ermee naar mijn begeleider bij Jeugdzorg, maar die geloofde mijn verhaal niet. Gelukkig was er een stagiair die me wel geloofde en zag dat het verkeerd ging. Ik kon naar haar buurman en zo ben ik in Sterrenburg terecht gekomen. Omdat ik nog een akkefietje had lopen, moest ik voor de kinderrechter verschijnen. Daar kreeg ik de keuze: een heropvoedingsinstituut of het leger. Ik koos het leger. Ik ben uiteindelijk uitgezonden naar Duitsland en op een vuurbasis gezet. Psychisch was dat erg zwaar.

Langzamerhand kreeg ik weer een normaal leven. Ik dacht een leuke vrouw gevonden te hebben. Ik weet nog goed dat we op het Statenplein liepen en we het hadden over samenwonen. Toen ik haar vroeg of ze schulden had, vertelde ze over een schuld bij de KPN. Ik verdiende goed, dus heb die schuld meteen afbetaald, zodat we met een schone lei konden beginnen. Na 2 jaar huwelijk zat ik in de ziektewet door een ongeluk op mijn werk toen er een man van de belastingdienst langskwam om een brevet op te hangen voor openbare verkoop. Ik ben verhaal gaan halen en het bleek dat mijn vrouw een bekende was bij de Belastingdienst. Haar schulden waren door ons huwelijk nu ook die van mij. Het bleek dat ze heel veel betalingen niet had gedaan en de financiële werkelijkheid ontvluchtte. Mij werd geadviseerd te scheiden en een nieuw huis te zoeken voor mij en de kinderen. Dat deed ik niet. Ik heb haar een jaar de kans gegeven om alles glad te trekken, betalingsregelingen te treffen. Dat heeft ze niet gedaan. Dat escaleerde en ik maakte de keus om weg te gaan. Ik koos ervoor haar in het huis te laten wonen. Ik stond weer op straat, maar met het plan tijdelijk bij vrienden op de bank te slapen, naar de woningbouw te gaan en een huis te krijgen. Maar, en dit was in 2000, dat bleek al niet meer te kunnen.

Natalie

In februari 2022 ben ik gescheiden. Ik zou eigenlijk tot april in het huis mogen wonen waar mijn ex en ik woonden. Dat was bij de notaris zo afgesproken. Hij heeft me afgekocht dus het was zijn huis. Ik sliep al maanden op een luchtbed in de woonkamer. We deden normaal tegen elkaar, maar dat kostte steeds meer moeite. Toen kreeg ik mijn nieuwe vriend en veranderde de situatie. Mijn ex-man kon het niet aan dat ik verder ging. Ik had de mogelijkheid om met mijn nieuwe vriend mee te gaan naar Rotterdam. Min of meer noodgedwongen heb ik dat gedaan. Verder had ik niet veel mogelijkheden. Mijn twee kinderen bleven bij hun vader.

Ik had de sleutels nog, dus ik zag ze nog wel zo veel mogelijk. Ik probeerde verder via de app veel contact te houden, want in de vakantie had ik extra werk aangenomen dus kon ik minder vaak op bezoek. Toen ik uitgeschreven was van het adres, moest ik ook de sleutels inleveren. Je voelt je buitengesloten. Na 3 maanden ging mijn nieuwe relatie uit. Toen moest ik terug naar mijn moeder. Voor mij was dat een situatie waar ik liever niet naartoe wilde, maar ik had niet de keuze om het anders te doen op dat moment. Ik had me een aantal jaar geleden al ingeschreven bij Woonkeus. Ik heb dat alleen niet verlengd, omdat ik dacht dat beter ging tussen ons. We hadden therapie gehad, zijn geholpen door het sociaal wijkteam en op dat moment dacht ik echt dat we weer verder konden. Als ik had geweten dat het zo moeilijk zou zijn, had ik het wel anders gedaan. Ik heb echt spijt dat ik mijn inschrijving niet heb verlengd, anders was ik al 4 of 5 jaar ingeschreven geweest.  Ik had geen idee dat het zo moeilijk zou zijn als je kort ingeschreven staat.

Particulier huren was niet betaalbaar. Ik heb geen fulltime baan en ze vragen drie keer het modaal inkomen. Dat heb ik niet. Ik wist dat ik op een sociale huurwoning een tijdje moest wachten. Eerst zeiden ze 5 jaar, daarna 8 jaar. Het werd steeds langer, dan zakt de moed je in de schoenen. Urgentie kreeg ik niet, omdat de kinderen onderdak hadden. Dan moet je het eigenlijk zelf uitzoeken.

Nu ben ik weer ‘gewoon’ woningzoekend, omdat ik sinds kort bij mijn nieuwe vriend woon, maar in de tijd dat ik bij mijn moeder woonde, had ik wel de behoefte om zo snel mogelijk weer weg te gaan. Een acute situatie dus. Mijn geluk is eigenlijk dat ik een man heb ontmoet met wie ik nu kan samenleven. Ik heb hier wel een tijdje met zijn ex-vriendin in huis gezeten. Dat was niet ideaal. Ik voelde me niet heel comfortabel met een ex-vriendin in huis. Dit is een particulier huis dus het is best duur. Daarom reageer ik nog steeds op sociale huurwoningen. Ik moet ontzettend wennen aan deze omgeving. Hier op de Staart is het niet erg gezellig. Een huis met een tuin is waar ik aan gewend was, dus een flat is echt wel iets anders. In de toekomst wil ik graag een huisje met een tuin en hopelijk iets goedkoper.

Wat is nu jouw perspectief?

Het behouden van een dak boven je hoofd is volledig je eigen verantwoordelijkheid en dus ook je eigen schuld als dit niet lukt.
Het dak boven je hoofd kwijtraken is een combinatie van domme pech en foute keuzes.
Je kunt echt last hebben van het systeem en er dus zelf niets aan doen dat je het dak boven je hoofd kwijtraakt.

Hoe ziet het sociaal wijkteam dit?

Op het moment dat je dakloos raakt of dat er problemen zijn met wonen, dan wordt er vaak gezegd dat je het er zelf wel naar gemaakt zal hebben. Ik denk voor een groot gedeelte dat dakloosheid of het problematisch een woning kunnen vinden, of kunnen hebben, niet een probleem is op individueel niveau. Dat diegene steken laat vallen, maar ook dat het door de omstandigheden zo ontstaat. Door je achtergrond of je sociaal economische positie waar je al in opgegroeid bent. Armoede is soms bijna erfelijk. Daar zitten gedragingen aan vast. Stressfactoren die een bepaald gedrag uitlokken, zeker bij jongeren die zich aan het ontwikkelen zijn, breintechnisch gezien.

Een misvatting is dat jongeren zouden denken dat het allemaal goed gaat en ze ineens niks meer hebben. Wat we vaak zeggen in deze maatschappij is dat je je succes kan maken en als je faalt je dat ook aan jezelf te danken hebt. Vaak zijn er door de mensen zelf al heel veel noodgrepen gedaan om te kijken waar in hun netwerk ze terecht kunnen. Dat lukt niet altijd dus slapen ze soms in speeltuintjes. Sommigen zijn al op straat bezig met overleven. Op een gegeven moment weten ze het ook niet meer. Het netwerk kotst ze uit, want ze hebben al een maand of 2 op de bank geslapen, geprobeerd het te redden, werk vast te houden en school door te laten gaan, maar dat valt allemaal weg als de stabiele plek om te slapen weg is.

Hier en daar is er wel eens een jongere die eruit gekickt is op basis van gedrag. Dat ouders zeggen van het is genoeg. Dat is meer uitzondering dan regel. Veel vaker is het dat jongeren rond hun zestiende of achttiende eruit gezet worden. Dat het thuis al heel krap is en dat het gewoon de bedoeling is dat ze zelf wat gaan zoeken. Dat vinden de meesten lastig.

Als je naar iemands verhalen luistert zitten er keuzemomenten tussen die misschien niet handig zijn geweest. In al die drukte en stress verwachten we dat ze voortdurend de juiste keuzes maken, want als het niet zo is dan is het weer verwijtbaar. Als iemand zo veel stress ervaart, dan kan het zijn dat iemand soms even uit de band klapt en overlast veroorzaakt. Dat er een keer politie langskomt. Daar hangen we dan veel gewicht aan.